De dinsdag, mijn vaste dagje maar dan net wat anders. Vandaag zou de inspectie langskomen op school, deze komen 1 keer in de vier jaar dus dat is toch wel een spannend moment. Maar gelukkig verliep het zo als alle andere dinsdagen. Eerst alle kinderen ontvangen in de klas, en ouders die ik nu pas voor de eerste keer zie, mezelf voorstellen en een praatje maken.
Om half negen was het tijd voor het connectlezen, Ik begeleid vier kinderen bij het lezen. Een van de jongens was zo goed vooruitgegaan dat hij niet meer hoeft te lezen met het groepje. Ik vond het altijd heel fijn om deze jongen in het groepje te hebben omdat hij heel serieus en oprecht was en begeleidde de andere kinderen. Bij connectlezen lees ik eerst voor de kinderen voor, daarna vatten de kinderen het stukje samen en oriënteren we ons op de tekst. Vervolgens gaan we de tekst samen in koor oplezen. Na het het koorlezen is het tijd voor het duolezen, bij het duolezen lezen de kinderen om de beurt de tekst voor aan elkaar en verbeteren elkaar waar nodig is. Als er nog tijd is het na het duolezen schrijven de kinderen nog een moeilijk woord op, en wordt door mij gecheckt. Dan breng ik de kinderen terug naar de klas.
Na het connectlezen ben ik gaan flitsen met de kinderen uit mijn eigen stageklas. Flitsen houdt in dat er op de computer een woord verschijnt, dat lezen de kinderen op en ik controleer of ze het woord goed uitspreken. Als ze het woord goed uitspreken klik ik verder, als ze het woord niet goed uitspreken dan wacht ik met klikken totdat ze het goed uitspreken. Dit doe je zo bij elk kind twee keer een minuut lang, en je kunt meteen de resultaten zien. Je ziet de kinderen echt vooruitgang boeken, en dat vinden ze zelf ook leuk om te zien. Meestal geef ik de kinderen dan een highfive of een boks als ze vooruit zijn gegaan.
Na het flitsen was het alweer tijd voor de kleine pauze, deze pauze was ik pleinwacht op het sportplein. Samen met een andere collega gepraat over de inspectiedag. Bij haar waren ze ook nog niet langs geweest, en gepraat over de sfeer en de kinderen in haar klas.
Na de pauze was het weer tijd voor de leesbeurt. Dit keer was een jongen aan de beurt die nog niet zo goed kan lezen, dus Inge en ik hadden niet echt veel verwacht van zijn leesbeurt. Maar hij bewees het tegendeel. Het was voor zijn niveau een top leesbeurt.
Hij had zich goed voorbereid, en las de tekst vlot voor. Ook tijdens de vragenronde wist hij zich goed te verwoorden. Hij kreeg een groot applaus en na school kwam zijn moeder nog even langs om te vragen of het echt zo goed was gegaan als hij had gezegd. Waarop Inge en ik volmondig ja zeiden.
Toen was het tijd voor de schrijfles van Inge. Het was leuk om te zien op welke wijze Inge de kinderen wees op een goede schrijfhouding, ze maakte er een soort toneelstukje van. Na de attendering liepen ik en Inge rond om te checken of de pengreep goed was. Vervolgens keken we het werk na en zette op de bladzijde een leuke opmerking of een feedforward.
Na de schrijfles was het tijd voor mijn les. Ik had een taalles voorbereid voor het onderdeel stellen, waarin coöperatief leren wilde verwerken. Ik deelde een groot wit blad met het woord lente uit voor elk groepje. Lente was het onderwerp voor de stelles. De leerlingen schreven/tekenende om de beurt iets over het onderwerp. Elk groepslid had een eigen kleur pen, zodat ik achteraf kon zien wat de inbreng van iedere leerling was. Als dat klaar was, geven de leerlingen met pijlen de relaties tussen de begrippen/tekeningen weer. Bij de pijlen mocht ook iets geschreven worden. Ik hing alle woordenwebben op en uit elk groepje mocht een leerling hun woordenweb toelichten. Dit verliep soepel. De kinderen schreven bijvoorbeeld zon, ijsjes, lentekriebels, picknicken en lammetjes op. Dit hielp de kinderen bij de voorkennis voor het stellen. Er komen verschillende samenwerkingsvaardigheden aan bod bij het maken van een woordweb op deze manier. Dit zijn luisteren, overleggen en besluiten nemen.
Toen ik de voorkennis had gestimuleerd, legde ik uit wat een elfje is. En schreef er een op het bord. Je kon wel merken dat kinderen uit groep vier veel sneller snapte wat nu een elfje was, in tegen deel tot groep drie. Voor de kinderen uit groep drie herhaalde ik mijn uitleg nog een keertje en liep vervolgens rond om het te verduidelijken.
Voor de kinderen die snel waren, mochten het elfje uit knippen en opplakken op gekleurd papier om er vervolgens een tekening bij te maken.
Toen nog niet iedereen het af had, was het alweer tijd voor de pauze. Dit is een puntje voor mijn tijdmanagement. Als ik van te voren goed een tijdspad had gemaakt wist ik dat ik aan drie kwartier niet genoeg zou hebben.
In de middag hebben we het toneelstuk geoefend, hieronder leuke stukjes film uit het toneelstuk tijdens een van de repetities. Ook zijn er tijdens de dag foto's gemaakt van het schrijven. Deze plaats ik ook hieronder.
Wat zal morgen een leuke dag zijn, die in het teken staat van het toneelstuk over luizen..
Om half negen was het tijd voor het connectlezen, Ik begeleid vier kinderen bij het lezen. Een van de jongens was zo goed vooruitgegaan dat hij niet meer hoeft te lezen met het groepje. Ik vond het altijd heel fijn om deze jongen in het groepje te hebben omdat hij heel serieus en oprecht was en begeleidde de andere kinderen. Bij connectlezen lees ik eerst voor de kinderen voor, daarna vatten de kinderen het stukje samen en oriënteren we ons op de tekst. Vervolgens gaan we de tekst samen in koor oplezen. Na het het koorlezen is het tijd voor het duolezen, bij het duolezen lezen de kinderen om de beurt de tekst voor aan elkaar en verbeteren elkaar waar nodig is. Als er nog tijd is het na het duolezen schrijven de kinderen nog een moeilijk woord op, en wordt door mij gecheckt. Dan breng ik de kinderen terug naar de klas.
Na het connectlezen ben ik gaan flitsen met de kinderen uit mijn eigen stageklas. Flitsen houdt in dat er op de computer een woord verschijnt, dat lezen de kinderen op en ik controleer of ze het woord goed uitspreken. Als ze het woord goed uitspreken klik ik verder, als ze het woord niet goed uitspreken dan wacht ik met klikken totdat ze het goed uitspreken. Dit doe je zo bij elk kind twee keer een minuut lang, en je kunt meteen de resultaten zien. Je ziet de kinderen echt vooruitgang boeken, en dat vinden ze zelf ook leuk om te zien. Meestal geef ik de kinderen dan een highfive of een boks als ze vooruit zijn gegaan.
Na het flitsen was het alweer tijd voor de kleine pauze, deze pauze was ik pleinwacht op het sportplein. Samen met een andere collega gepraat over de inspectiedag. Bij haar waren ze ook nog niet langs geweest, en gepraat over de sfeer en de kinderen in haar klas.
Na de pauze was het weer tijd voor de leesbeurt. Dit keer was een jongen aan de beurt die nog niet zo goed kan lezen, dus Inge en ik hadden niet echt veel verwacht van zijn leesbeurt. Maar hij bewees het tegendeel. Het was voor zijn niveau een top leesbeurt.
Hij had zich goed voorbereid, en las de tekst vlot voor. Ook tijdens de vragenronde wist hij zich goed te verwoorden. Hij kreeg een groot applaus en na school kwam zijn moeder nog even langs om te vragen of het echt zo goed was gegaan als hij had gezegd. Waarop Inge en ik volmondig ja zeiden.
Toen was het tijd voor de schrijfles van Inge. Het was leuk om te zien op welke wijze Inge de kinderen wees op een goede schrijfhouding, ze maakte er een soort toneelstukje van. Na de attendering liepen ik en Inge rond om te checken of de pengreep goed was. Vervolgens keken we het werk na en zette op de bladzijde een leuke opmerking of een feedforward.
Na de schrijfles was het tijd voor mijn les. Ik had een taalles voorbereid voor het onderdeel stellen, waarin coöperatief leren wilde verwerken. Ik deelde een groot wit blad met het woord lente uit voor elk groepje. Lente was het onderwerp voor de stelles. De leerlingen schreven/tekenende om de beurt iets over het onderwerp. Elk groepslid had een eigen kleur pen, zodat ik achteraf kon zien wat de inbreng van iedere leerling was. Als dat klaar was, geven de leerlingen met pijlen de relaties tussen de begrippen/tekeningen weer. Bij de pijlen mocht ook iets geschreven worden. Ik hing alle woordenwebben op en uit elk groepje mocht een leerling hun woordenweb toelichten. Dit verliep soepel. De kinderen schreven bijvoorbeeld zon, ijsjes, lentekriebels, picknicken en lammetjes op. Dit hielp de kinderen bij de voorkennis voor het stellen. Er komen verschillende samenwerkingsvaardigheden aan bod bij het maken van een woordweb op deze manier. Dit zijn luisteren, overleggen en besluiten nemen.
Toen ik de voorkennis had gestimuleerd, legde ik uit wat een elfje is. En schreef er een op het bord. Je kon wel merken dat kinderen uit groep vier veel sneller snapte wat nu een elfje was, in tegen deel tot groep drie. Voor de kinderen uit groep drie herhaalde ik mijn uitleg nog een keertje en liep vervolgens rond om het te verduidelijken.
Voor de kinderen die snel waren, mochten het elfje uit knippen en opplakken op gekleurd papier om er vervolgens een tekening bij te maken.
Toen nog niet iedereen het af had, was het alweer tijd voor de pauze. Dit is een puntje voor mijn tijdmanagement. Als ik van te voren goed een tijdspad had gemaakt wist ik dat ik aan drie kwartier niet genoeg zou hebben.
In de middag hebben we het toneelstuk geoefend, hieronder leuke stukjes film uit het toneelstuk tijdens een van de repetities. Ook zijn er tijdens de dag foto's gemaakt van het schrijven. Deze plaats ik ook hieronder.
Wat zal morgen een leuke dag zijn, die in het teken staat van het toneelstuk over luizen..